Book: Colossians
Author: Paul
Date: A.D. 61
Genre: Letter
Summary: Paul wrote this epistle to refute certain false teachings that had found their way into the church. A common theme of this book is the superiority of Jesus Christ.
Transcript

What is the book of Colossians about?

Colossians was one of the prison-letters, probably the second, that Paul wrote from Rome. During his imprisonment he probably wrote that in AD 61. And it’s a companion to the book of Ephesians. Ephesians represents the body of Christ, the church. And Colossians talks about the head of that body, being Jesus Christ.
Colossians is like the book of Romans: two churches we have record of, that were never founded by an apostle. Paul wanted to make sure that is was based on good theological footing. Paul got a visitor in Rome, telling him that Colossae (in current day Turkey) was succumbing to the Colossian heresy (false teaching).

This heresy taught four things:
  1. A bad philosophy. They said that God created an angel, and the angel created another angel, and created another angel, and this went on and on, and finally one of this chain of beings is Jesus. And Jesus created the world. So they basically thought that the created world was evil and Jesus was a created being. This is what the modern-day Jehovah Witnesses teach.
  2. Mysticism.  To get to God you had pay worship to an angel. And after you pay obeisance to an angel you got you message back to God.
  3. And then it taught legalism. It taught that since the physical world is evil, we have to put ourselves under legalistic control, to get ourselves to get our flesh to behave. That what they brought in parts of the Mosaic Law to do this.
  4. And then it also taught asceticism: the physical world is bad; you have to deny your body, basic needs such as food.

Paul taught the church in Colossae: God is not just an angel. He is not one of many angels. He is the Creator all things. He is the sustainer of all things. He is directly involved with His creation. Not only bring all things into existence, but also sustaining it.
And Paul also taught in this book not only about this bad philosophy but also against mysticism and against worship of angels. To get back to God there is one mediator between man and God. You get directly back to God through Jesus Christ.  
He also taught against legalism and asceticism. You don’t need to bring your bodies under the Law of Moses to get them to behave. We don’t have to deny the body’s basic needs, such as food.
We simply understand our position in Christ, and we have the circumcision of the heart or baptism into Christ. We are united with Him and have Him living inside of us.
So, we have all of the resources we need to say NO to the sin nature. We don’t need legalism and asceticism.

This is one of Paul’s letters, written to the church in Colossae. He basically says: don’t go under some human philosophies. Go back to Christ. And you have everything you need in Him.
Waar gaat het boek Kolossenzen over?

Kolossenzen was een van de gevangenisbrieven, waarschijnlijk de tweede, die Paulus vanuit Rome schreef. Tijdens zijn gevangenschap schreef hij dat waarschijnlijk in 61 na Christus. En het is een aanvulling op het boek Efeziërs. Efeziërs vertegenwoordigt het lichaam van Christus, de gemeente. En Kolossenzen spreekt over het hoofd van dat lichaam, zijnde Jezus Christus. Kolossenzen is als het boek Romeinen: we hebben twee kerken waarvan we verslag hebben dat ze nooit door een apostel zijn gesticht. Paulus wilde er zeker van zijn dat het gebaseerd was op een goede theologische basis. Paulus kreeg een bezoeker in Rome en die hem vertelde hem dat Kolosse (in het huidige Turkije) bezweek voor de Kolossense ketterij (valse leer).

Deze ketterij leerde vier dingen:
  1. Slechte filosofie. Ze zeiden dat God een engel schiep, en de engel schiep nog een engel, en schiep nog een engel, en dit ging maar door, en uiteindelijk is één van deze keten van wezens Jezus. En Jezus heeft de wereld geschapen. Ze dachten dus feitelijk dat de geschapen wereld slecht was en dat Jezus een geschapen wezen was. Dit is wat de hedendaagse Jehovah Getuigen leren a).
  2. Mystiek. Om bij God te komen moest je een engel aanbidden. En nadat je hulde hebt gebracht aan een engel, heb je je boodschap teruggestuurd naar God.
  3. Wetticisme. Het leerde dat, aangezien de fysieke wereld slecht is, we onszelf onder legalistische controle moeten plaatsen, om onszelf zover te krijgen dat ons vlees zich gaat gedragen. Dat is wat zij in delen van de Mozaïsche wet brachten om dit te doen.
  4. Ascese: de fysieke wereld is slecht; je moet je lichaam, basisbehoeften zoals voedsel, ontkennen. Paulus leerde de kerk in Kolosse: God is niet alleen maar een engel. Hij is niet een van de vele engelen. Hij is de Schepper van alle dingen. Hij is de Onderhouder van alle dingen. Hij is rechtstreeks betrokken bij Zijn schepping. Breng niet alleen alle dingen tot stand, maar onderhoud ze ook.

a) Ook in Hindoeisme komt dit voor.

Paulus onderwees in dit boek niet alleen tegen deze slechte filosofie, maar ook tegen mystiek en tegen de aanbidding van engelen. Om terug te keren naar God is er één middelaar tussen de mens en God. Je keert rechtstreeks terug naar God door Jezus Christus. Hij leerde ook tegen wetticisme/legalisme en ascese. Je hoeft je lichamen niet onder de wet van Mozes te brengen om ervoor te zorgen dat ze zich gedragen. We hoeven de basisbehoeften van het lichaam, zoals voedsel, niet te ontkennen. We begrijpen eenvoudigweg onze positie in Christus, en we hebben de besnijdenis van het hart of de doop in Christus. Wij zijn verenigd met Hem en leven met Hem in ons. We hebben dus alle middelen die we nodig hebben om NEE te zeggen tegen de zondige natuur. We hebben geen wetticisme/legalisme en ascese nodig.

Dit is een van de brieven van Paulus, geschreven aan de gemeente in Kolosse. Hij zegt eigenlijk: ga niet akkoord met bepaalde menselijke filosofieën. Ga terug naar Christus. In Hem heb je alles wat je nodig hebt.